Stiekeme hyper trucjes

Ik ben geobsedeerd door adhd. Ik kan me niet inhouden, ik wil er het liefst de hele dag over lezen, praten en schrijven. Dat gezegd hebbende durf ik nu aan deze blog te beginnen, die wéér over adhd gaat, en misschien dat er de komende tijd wel heel weinig variatie in zal zitten. Stiekem wordt dit gewoon mijn ADD-blog.

Ik wilde het hebben over Hyper. Want wat is hyper nou eigenlijk?

Er zijn twee groepjes symptomen van adhd: onopletendheid (dus aandachtsproblemen) en hyperactiviteit/impulsiviteit. Daar horen drie types adhd bij:

  • het type ‘overwegend onoplettend’ (vroeger, en in de volksmond nog steeds, ADD),
  • het type ‘overwegend hyperactief’ (vroeger HD),
  • en het gecombineerde type (vroeger, en in de volksmond, ADHD).

Ik heb zelf natuurlijk het niet-echt-hyper, dus overwegend onoplettende type. Want ik kon als kind heel goed op mijn stoel blijven zitten en zat liever een boekje te lezen dan dat ik rond ging rennen met de andere kinderen. Maar ik ben een boek aan het lezen over adhd bij volwassenen, en toen ik de kenmerken van hyperactiviteit las vroeg ik me af of ik stiekem niet veel hyperder ben dan ik dacht. Want je kunt op heel veel manieren hyper zijn, ook op manieren die je van de buitenkant niet echt ziet.

En dat lost ook een vraag op die ik had over jongens vs. meisjes met adhd. Want zoals ik al fanatiek op facebook heb zitten spammen, is de onderdiagnose van meisjes nu ineens in het nieuws door deze campagne die Women Inc is gestart en die mij erg raakt. Maar in de nieuwsberichten hierover zeggen deskundigen steeds: meisjes met adhd keren meer naar binnen, jongens meer naar buiten, en daarom valt het bij jongens meer op. Dat klinkt dus als: meisjes hebben vaker ADD, jongens vaker ADHD. Alleen is dat dus niet waar: net als jongens hebben de meeste meisjes het gecombineerde type. Er zijn wel meer meisjes dan jongens met ADD, maar bij allebei is ADD ver in de minderheid. De meeste meisjes met adhd zijn dus óók ‘gewoon’ hyperactief. Maar misschien zijn meisjes dan wel vaker hyper op een verstopte manier?

Al dan niet verstopt hyper kun je zo zijn (overgetypt uit DIVA, een officieel diagnostisch instrument):

  • Moeite met stilzitten
  • Met de benen wiebelen
  • Met een pen tikken of met iets spelen
  • Nagels bijten of in haren friemelen
  • Onrust kunnen beheersen, resulterend in spanning
  • Ouders zeiden vaak ‘zit stil’
  • Niet normaal op een stoel kunnen blijven zitten
  • Symposia, lezingen, kerk etc. vermijden (omdat je dan lang stil moet zitten)
  • Liever rondlopen dan zitten
  • Nooit lang stilzitten, altijd in beweging zijn
  • Gespannen vanwege moeite om stil te zitten
  • Excuses verzinnen om te mogen lopen
  • Zich innerlijk onrustig of gejaagd voelen
  • Steeds het gevoel hebben bezig te moeten zijn
  • Zich moeilijk kunnen ontspannen
  • Praten bij activiteiten waarbij dit niet gepast is
  • In gezelschap snel haantje de voorste zijn
  • Luidruchtig zijn in allerlei situaties
  • Activiteiten moeilijk rustig kunnen doen
  • Moeite om zacht te praten
  • Niet rustig naar tv of films kunnen kijken
  • Altijd maar bezig zijn
  • Altijd maar doorgaan
  • Over eigen grenzen gaan
  • Moeilijk los kunnen laten, doordraven/drammen
  • Zo druk praten dat mensen het vermoeiend vinden
  • Bekend staan als drukke prater
  • Het moeilijk vinden om te stoppen met praten
  • Anderen geen ruimte geven in een gesprek
  • Veel woorden nodig hebben om iets te zeggen
  • Een flapuit zijn, het hart op de tong hebben

Ok, ik ben nog maar halverwege en heb geen zin meer om de rest ook nog over te typen (“saaie taken vermijden” heet dat op z’n DIVA’s), maar ik denk dat het wel een idee geeft. Je kunt dus ook hyper zijn zonder rondjes te rennen. Sterker nog, het meeste heeft helemaal niks met rondjes rennen te maken.

Zelf herken ik bijvoorbeeld het veel woorden nodig hebben, doordrammen, over eigen grenzen gaan, moeilijk kunnen ontspannen en áltijd ergens mee friemelen. Eentje die er niet bij staat maar die ik wel heb, is dat ik de hele dag door mijn beenspieren steeds even aanspan en dan weer loslaat. Het eerste wat ik merkte bij mijn eerste pilletje was dan ook dat het ineens zo makkelijk was om mijn benen helemaal te ontspannen.

Welke stiekem-hyper trucjes herkennen jullie? Bij jezelf, bij mij, bij anderen…

Grijs midden, barbapapaland, veelkleurige bontheid?

Update: de documentaire wordt op 3 januari getoond in Studio K.

Leren doe je als kind vaak spelenderwijs. Wat leert dat je over gender? Ik leerde als kind dat klussen iets voor mannen is en koken iets voor vrouwen. Dat het heel geëmancipeerd is als een vrouw boort en als een man kookt. Ik leerde dat mannelijkheid iets donkers, blauws en zwaars is, en vrouwelijkheid iets rozeroods en lichts is. Ik leerde dat mannen macht hebben en dat vrouwen lief zijn.

Wijs een willekeurig voorwerp aan en de meeste mensen kunnen zeggen of ze het mannelijk of vrouwelijk vinden. Gender gaat veel en veel verder dan wat je tussen je benen hebt, of je wel of geen borsten hebt en in welke verhouding oestrogenen en testosteron rondzwerven in je lichaam. Gender doordrenkt werkelijk álles.

Als doorgewinterde feministe vind ik dat meestal ontzettend stom. Punt. Toch is het ook wel eens leuk om na te denken, door te denken, over waaróm het eigenlijk ook alweer stom is, of het áltijd stom is, of we er iets aan kunnen doen… Dat gebeurde afgelopen donderdagavond bij een thema-avond over genderneutraliteit van FemNet, het feministisch netwerk van GroenLinks.

DSCN2255

DSCN2257
Documentairemaakster Sterre de Jong vertoonde daar N for Neutral. In deze documentaire stelt ze de vraag waarom we van volwassen mensen verwachten dat zij geëmancipeerde levens leiden – waarin niet vastgeroeste ideeën over gender, maar authentieke keuzes leidend zijn – terwijl we kinderen leren dat er twee verschillende soorten mensen zijn die absoluut niet met hetzelfde speelgoed kunnen spelen.


Goede vraag. Juist op het moment dat mensen ver vóór de puberteit nog nauwelijks geslachtelijk gedifferentieerd zijn, willen we ze uit alle macht opdelen in twee helften. Roze of blauwe muisjes, geboortekaartjes die maar in twee kleuren komen, speelgoedwinkels die maar twee soorten speelgoed hebben. Als compensatiestrategie? Omdat we anders in de war raken? Ik weet het niet.

In Zweden, mijn lievelingsland, wordt veel nagedacht over dit probleem. Sterre bezocht er o.a. kinderopvang Egalia, waar kinderen genderneutraal worden opgevoed. Hun begeleiders benaderen de kinderen zoveel mogelijk op dezelfde manier – afhankelijk van hoe het kind zich gedraagt, natuurlijk. Ze troosten huilende jongetjes even lang als huilende meisjes – iets wat, zo blijkt uit onderzoek, meestal niet het geval is, want de meeste volwassenen zijn lief voor huilende meisjes en geven huilende jongens een ‘kop op’. En, groot punt van controverse, in Egalia spelen ze met taal. Ze gebruiken voor iedereen het genderneutrale voornaamwoord ‘hen’ in plaats van ‘han’ (hij) en ‘hon’ (zij).

DSCN2250
Veel mensen schrikken van de benadering. Ik niet zo. Ik vind het er heerlijk uitzien, al die kinderen in verschillende bonte kleuren, en dan het idee dat ze alles mogen zijn wat ze willen. Maar ik snap de weerstand ook wel.

Als je het woord ‘genderneutraal’ hoort, waar denk je dan aan? Wat stel je je voor? Ik denk aan grijs. Een grijzig midden tussen twee kleurige uiteinden. Het klinkt niet erg vrolijk. Zweedse columnisten dachten wel aan iets vrolijks, zij stelden genderneutraliteit voor als een soort barbapapa-land. Grote, kleurige, verschillende wezens met lieve ogen. Maar wel een beetje kinderachtig. Ik stel me zo voor dat dat ook het voornaamste bezwaar is van dit soort critici. Veel mensen associeren gender met seks en seks met volwassenheid, en genderneutraliteit dus met seksloosheid en kinderachtigheid.

Wat is die link tussen gender en seks? Ik vind het een interessante. Hoe fluïde mijn seksuele oriëntatie ook is, mijn seksuele verlangen naar mensen is gegendered: ik merk dat ik specifieke combinaties van mannelijkheid en vrouwelijkheid aantrekkelijk vind. Gender is misschien wel de taal van verlangen. Vandaar ook dat butch-femme weer zo helemaal ‘in’ is – het is sexy, en volgens mij niet vanwege een soort heteronormativiteit maar vanwege een verlangen naar contrast en uitgesprokenheid.


Maar waaróm is gender voor mij en veel anderen een taal van verlangen? Komt dat niet gewoon omdat we van jongs af aan doordrenkt zijn met gender, terwijl dat ook anders zou kunnen? Kunnen contrast en uitgesprokenheid dan niet bestaan in een genderneutrale wereld?

‘Neutraal’ is dan denk ik het verkeerde woord. ‘Neutraal’ klinkt naar allesbehalve uitgesprokenheid en contrast – het klinkt als eenheidsworst. Ik kan me een wereld voorstellen waarin het hebben van een mannelijk of vrouwelijk voortplantingsstelsel niet dé manier is waarop we mensen indelen. Maar waarin mensen oneindig divers en variabel zijn. Een grote veelkleurigheid, een bonte parade aan mensen. Geen neutraliteit, maar diversiteit.

En ik kan me die wereld ook weer niét voorstellen. Want dualistisch denken, is dat niet gewoon een oermenselijk trekje? Dualiteit kun je natuurlijk overal aan ophangen. Er zijn duizend manieren om de mensheid in tweeën te delen: op grond van haarkleur, huidskleur (dat doen we al regelmatig), links- of rechtshandigheid, de plek waar je woont, het wel of niet kunnen maken van een tong-gootje… Maar ik vind het niet vreemd dat we het zo vaak op grond van ons voortplantingsstelsel doen. Kinderen krijgen blijft iets wat we belangrijk vinden. Niet zo vreemd dus dat we ervan doordrongen zijn welke mensen doorgaans eicellen dan wel zaadcellen kunnen leveren. Ik zie die eigenschappen niet als onze essentie, maar kijk er ook niet van op dat we nou net dáár zo vaak het mes in de taart zetten om deze doormidden te snijden.

Is genderneutraliteit dan een naïeve utopie? Ach, ik weet het niet. Maar kunnen we niet gewoon accepteren dat we nou eenmaal vaak dualistisch denken, en dat dat soms sexy is, en tegelijkertijd leren om al die beperkende stereotypes niet zo serieus nemen? Het zou zo fijn zijn: een wereld waarin meisjes klussen en boren ‘not a big deal’ vinden, in plaats van iets wat papa doet en mama nooit en wat daarom heel bijzonder en emanciperend en misschien wel best moeilijk is voor vrouwen. Dat het woord ‘papadag’ en woord van vroeger kan worden, een woord van die gekke tijd waarin we dachten dat zorgen voor vrouwen natuurlijk is en voor mannen bijzonder. Dat lief zijn, macht hebben, klussen en koken niets te maken hebben met man, vrouw of iets anders zijn. Dat kinderen kortom leren dat waar ze toe in staat zijn, niets te maken heeft met wat er tussen hun benen zit (behalve bij activiteiten waarbij je juist dat lichaamsdeel gebruikt).

Hoe denken julli dat een genderneutrale wereld eruit zou zien? Zou je in een wereld willen leven waar gender geen rol speelt?

Wil je de docu N for Neutral ook bekijken? Houd de facebookpagina in de gaten voor nieuws over screenings!